Limburgse landbouw en bouw werken met vezelhennep aan circulaire toekomst
Industriële producenten en verwerkers van kunststoffen en materialen staan vandaag de dag voor een grote uitdaging. De vaak hoge CO2-uitstoot van deze producten, veroorzaakt door hun fossiele of minerale oorsprong moet naar beneden. Een veelbelovende oplossing ligt in de overgang naar ‘biobased’ grondstoffen uit plantenmateriaal, die eindeloos hernieuwbaar zijn en CO2 uit de atmosfeer opnemen in plaats van vrijgeven. Dankzij nieuwe industriële productieprocessen kunnen deze grondstoffen worden omgezet in duurzamere kunststoffen en materialen, die niet alleen een lagere CO2-footprint hebben, maar ook aanzienlijke kansen bieden voor productinnovatie.
In deze biobased economie kent vezelhennep als teelt een aantal interessante troeven. Het eeuwenoude gewas staat bekend om zijn snelle groei, het behoeft geen gewasbeschermingsmiddelen, heeft een minimale milieu-impact en is zeer polyvalent inzetbaar als grondstof. Met de steun van Europa en de Provincie Limburg, onderzoeken de Limburgse landbouwcentra PIBO Campus Tongeren en PVL Bocholt hoe vezelhennep succesvol op grote schaal geteeld kan worden ter voorziening van kwalitatieve grondstoffen voor hoogwaardige materiaalcomponenten in de bouwsector en maakindustrie.
Gedeputeerde van landbouw en voorzitter van PIBO campus vzw en PVL Bocholt Inge Moors: “Het is een mooi voorbeeld waarmee we als regio het voortouw nemen in de transitie naar koolstofneutraliteit, gelijktijdig een financiële meerwaarde gecreëerd wordt in de regio en het risico voor de landbouwers gespreid wordt.”
“Limburg staat bekend om zijn krachtige bouwsector en maakindustrie. Die kracht kan je alleen maar bewaren als je vooruitkijkt en producten en processen voortdurend probeert te verbeteren. In het project Hemp2Comp wordt de landbouwsector ingezet om de Limburgse bouw- en maakindustrie verder te transformeren. Wanneer over de sectoren heen wordt samengewerkt, ontstaat er een synergie die leidt tot innovatie, efficiëntie en economische groei”, aldus Tom Vandeput, gedeputeerde voor Economie.
Bouw- en maakindustrie moeten verduurzamen
In alle productiesectoren vraagt de milieu-impact vandaag extra aandacht, want het winnen, transporteren, zuiveren en verwerken van grondstoffen en materialen draagt rechtstreeks bij aan de opwarming van de aarde. In de bouwsector, bijvoorbeeld, zijn de bouwmaterialen verantwoordelijk voor meer dan 30% van de CO2-uitstoot. Bovendien worden grondstoffen steeds schaarser en stijgt daarmee de kost voor materialen.
Hoewel het verminderen van de milieu-impact in de bouwsector steeds belangrijker wordt, blijft het een uitdaging om materialen te vinden die zowel duurzaam als functioneel zijn. Door hun sterkte en lage gewicht zijn composietmaterialen erg interessant voor de bouw- en maakindustrie, maar de hoge milieu-impact tijdens de productie en de beperkte mogelijkheden voor recyclage en hergebruik maken composieten niet echt duurzaam. Het gebruik van hennepvezel in plaats van conventionele vezels biedt een mogelijkheid om deze knelpunten weg te werken.
Innoveren met hennepvezels
Binnen Hemp2Comp (Hemp to Composites) leggen daarom 16 partners zich toe op de ontwikkeling van biocomposietproducten die bestaan uit lokaal geteelde vezelhennep en biobased harsen vervaardigd uit organische reststromen. Zij worden getest in tal van toepassingen die binnen het project ontwikkeld worden gaande van akoestische panelen over raamprofielen tot laadpalen… Door hierin voorop te lopen, creëert het project enorme opportuniteiten. Producten die momenteel uit glasvezel/polyester worden gemaakt, zouden dan vervangen kunnen worden door koolstofneutrale en/of volledig biogebaseerde tegenhangers met hennep als basisbestanddeel. Daarvoor wordt een regionale hennepvezelketen opgebouwd waarin proefvelden voor het optimaliseren van de hennepteelt worden aangelegd. De teelt zorgt voor gewasdiversificatie en past met zijn lage milieu-impact en hoog potentieel voor koolstofsequestratie perfect in de doelstellingen van het nieuwe GLB. Zodoende kan deze teelt de landbouwer ook een financiële meerwaarde bieden.
“De klimaatverandering vraagt de nodige aanpassingen in de landbouw, zoals het zoeken naar nieuwe teelten en/of ketens die een financiële meerwaarde kunnen betekenen. Door in te zetten op nieuwe business-to-businessketens en het voortouw te nemen in de transitie naar koolstofneutraliteit kan gelijktijdig een financiële meerwaarde gecreëerd worden in de regio en spreiden we het risico voor landbouwers”, stelt gedeputeerde van Landbouw Inge Moors.
Duurzame samenwerking tussen landbouw en industrie
De landbouwsector wordt via PIBO-Campus Tongeren, een vaste waarde voor onderzoek en verbetering van de Limburgse akkerbouw, en PVL Bocholt, met ruime ervaring in de veehouderij en voedergewassen, actief betrokken om inzake teelttechniek en ketenontwikkeling telers de beste kansen te geven om succesvol met dit gewas aan de slag te gaan.
Door de raakpunten met andere economische speerpunten zoals de maakindustrie, de bouwsector en de kunststoffensector wordt sterk ingezet op samenwerking en kennisdeling om straks van de vezels een biologische grondstof te maken. Hennepvezels kunnen zodoende in tal van toepassingen carbon- en glasvezels, die gebaseerd zijn op petrochemische basis, vervangen worden.
“De koolstofneutrale, biogebaseerde toepassingen staan synoniem voor een toekomstgericht ondernemerschap dat, kort bij de bron van kennis en nieuwe inzichten, tot nieuwe bedrijfsactiviteiten en werkgelegenheid zal leiden. Bedrijven die duurzame producten aanbieden kunnen profiteren van een sterker imago”, stelt gedeputeerde Tom Vandeput. “De Limburgse maakindustrie kan profiteren van de resultaten en eindtoepassingen van dit project, maar ook de bouwsector die sterk moet inzetten op circulariteit zal deze innovaties graag omarmen. POM Limburg staat als economische regisseur van de provincie in voor de brede verspreiding en valorisatie van de projectresultaten naar deze sectoren, en faciliteert de uitbouw van deze nieuwe industriële waardeketens. ”
Ook de landbouw zal voordeel halen uit de grootschalige teelt van hennep. “De teelt vergt weinig bemesting en geen gewasbescherming. Bovendien kan het gewas bijzonder goed gedijen onder drogere omstandigheden, waardoor irrigatie niet noodzakelijk is. Verder helpt het wortelstelsel van de hennepplant ook om structuurproblemen in de bodem op te lossen. Hennep kan op korte termijn veel koolstof opslaan, zodat koolstof voor lange tijd gecapteerd blijft. Recent is ook gebleken dat het gewas kan ingezet worden voor fytoremediatie (PFAS/PFOS-sanering). (Bouw)bedrijven die duurzaamheid hoog in het vaandel dragen, ondersteunen en stimuleren bij overstap op biobased grondstoffen deze positieve ecologische en milieukundige effecten. Door deze biobased grondstoffen lokaal te voorzien verankeren we ook de financiële meerwaardecreatie binnen onze regio. Het is dan ook cruciaal om zowel landbouwers, bouwbedrijven en de maakindustrie te overtuigen meer in te zetten op biobased grondstoffen, beginnende bij hennepvezels”, aldus Damien Xhonneux, coördinator van PIBO Campus.
Met een Europese subsidie van 1,8 miljoen euro en 400.000 euro van de Provincie Limburg, belooft dit project de ontwikkeling en de lokale verankering van de biobased vezelbusiness te versnellen.
There are no comments